Walter Schauberger
Walter Schauberger
(1914-1994),
Viktors enige nakomeling, zette na zijn dood het werk voort.
Op aandringen van zijn vader had hij natuurkunde gestudeerd. Nu
probeerde hij een brug te slaan tussen de wetenschap en zijn
vader’s
ontdekkingen. Hij bestudeerde klassieke natuurkundigen, en kwam er
achter dat een aantal de theorieën van zijn vader
ondersteunden,
hoewel hun ontdekkingen tegenwoordig anders geïnterpreteerd
worden. Ondanks het feit dat natuurkundigen als Gauss,
Lobatschefskij, Riemann, Einstein, Planck en vele anderen de
onjuistheid van een aantal wetenschappelijke dogma’s hebben
bewezen, blijft onze wetenschap voortbouwen op de klassieke
denkrichtingen van Aristoteles, Newton en Euklides. Deze zijn
natuurlijk voor een deel juist, maar geven niet de gehele
werkelijkheid weer. Walter Schauberger zocht daarom naar een
theoretisch model dat een synthese vormde van alle bovengenoemde
theoretici. Daarbij liet hij zich ook inspireren door Pythagoras en
Keppler. Deze synthese mondde uit in zijn natuur-toon-wet.
Deze wet verklaart waarom het universum zich in spiraalbewegingen
ontvouwt. Het bijzondere van de
hyperbolische kegel, die een
ruimtelijk model vormt van deze wet, is dat een kegelsnede van deze
vorm een eivorm levert. Over een nieuw
uitgangspunt voor
techniek: ‘Elk energiedeeltje produceert een
veld—een
energie-ruimte—die van de beweging afhankelijk is. Hoe
dichter
dit veld is, hoe sterker het op de omgeving inwerkt. We moeten
onderzoeken hoe deze energiedeeltjes onder natuurlijke omstandigheden
bewegen. Als we dat aangetoond hebben, kunnen we apparaten bouwen
waarin de energiedeeltjes geen weerstand ondervinden of zelfs
gestimuleerd worden. De output zal dan veel groter zijn. |