HoutbaanNa de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werkte Viktor Schauberger als ‘wildmeester’ op het landgoed van Prins Schaumburg-Lippe. Deze Prins had weliswaar een enorm landgoed, maar was toch door de oorlog in financiële problemen geraakt. In theorie stond er een behoorlijk kapitaal aan volgroeid hout op zijn landgoed, maar de hoge transportkosten zouden dit kapitaal direct weer teniet doen. De Prins zag zelf geen uitweg, en schreef daarom een prijsvraag uit. Viktor Schauberger zond een plan in, dat volgens hem de transportkosten tot één tiende zou reduceren. Omdat dit plan gebaseerd was op vervoer van het hout in een kunstmatige beek, werd dit plan onmiddellijk naar de prullenbak verwezen. Men redeneerde namelijk dat dennen- en beukenhout zwaarder is dan water, en daarom nooit in de beek zou blijven drijven. Viktor zelf was er echter van overtuigd dat het water in de baan dermate geconcentreerd kon worden dat het wel in staat zou zijn het hout te dragen. Hoe deze concentratie plaats vindt was zijn geheim. Toen zijn plan afgewezen werd zonder dat er een beter alternatief was, bood Viktor aan de baan op eigen kosten te bouwen. Bij goed functioneren van de constructie, zou hij zijn investering plus een deel van de besparing uitbetaald krijgen. Dit plan werd door de Prins aangenomen. Viktor Schauberger vond een financier, en huurde een bouwonderneming in om de kilometerslange kunstmatige houten baan te bouwen. Het principe was gebaseerd op een aantal waarnemingen uit de natuur: 1. Water bezit zijn grootste dichtheid en daarmee draagkracht, bij 4ºC. 2. Door te meanderen en te kolken, koelt het water zichzelf af. 3. Wanneer water in een longitudinale/verticale schroefbeweging gebracht wordt, ontstaat in het centrum van de watermassa een langgerekte kolkbeweging die de watermassa afremt, en ervoor zorgt dat boomstammen of sedimenten op een beheerste manier in het midden van de waterstroom meegezogen worden. Ook deze kolk zorgt weer voor afkoeling. 4. De kolkbeweging zorgt ervoor dat waterlaagjes langs elkaar heen bewegen, waardoor een vorm van oppervlaktespanning ontstaat die de draagkracht vergroot. De baan moest daarom net als een natuurlijke beek door het landschap meanderen. In de baan moesten ‘kolkvinnen’ geplaatst worden die het water in een verticale schroefbeweging brengen. Daarnaast werd het water in de baan op bepaalde afstanden ververst met fris beekwater. De baan werd in vier maanden tijd gebouwd, en bleek na een spannende officiële ingebruikname boven verwachting te functioneren. Viktor kreeg zijn geld. Niet lang daarna bouwde hij een tweede, veel langere baan. Ook deze functioneerde wonderwel. Viktor Schauberger werd een beroemdheid. De Oostenrijkse regering liet de werking van deze banen onderzoeken, door de gerenommeerde hydrologieprofessor Forchheimer. Na zes weken had deze nog steeds niet wetenschappelijk kunnen verklaren, waarom de baan functioneerde, en een loopje nam met de ijzeren wet van Archimedes. Enkele jaren later zou Forchheimer toegeven dat hij zonder het zelf te weten veertig jaar lang onzin had gedoceerd. Het bovenste, opgewarmde water uit de goot wordt vervangen door koud water. |