Uit IMP.116 pagina 52


Om de monsterlijkheid aan te tonen van de door de natuurvreem­de wetenschap gemaakte bewegingsfouten, is het noodzakelijk om het begrip "beweging" te definiëren.

Het feit dat deze definitie tot nu toe ontbrak, toont aan dat men niet kon verklaren, wat men eigenlijk onder beweging moest verstaan.

Zo kon men ook de verschillen niet ontdekken die er bestaan tussen een opbouwend, en een afbrekend bewegingspro­ces.

Beweging is, oorzakelijk gezien, een ritmisch wisselspel tussen opbouwende zuig- en afbrekende druk-kracht-komponenten.

Overweegt bij dit wisselspel de centripetale bewegings­vorm, die mechanisch en fysisch indraaiend en verdichtend werkt, anders gezegd: overweegt het "concentrerende" bewe­gingsprinci­pe, dan komt het tot een opbouw van een ontwikke­lingsbevorde­rende fijnstof- of kwaliteits-stof-verdichting, die door de wetenschapper proteïne genoemd wordt. Uit dit kwaliteitsstof-concentraat ontwikkelen zich via de omweg van het zogenaamde chlorofyl, organische vet- en suiker-stoffen.

Zonder dit chlorofyl, het groene bloed der planten, is er geen flora en indirect ook geen fauna , kortom geen leven op deze aarde.

Overweegt daarentegen bij voornoemd wisselspel de

centri­fugale, mechanisch en fysisch verdelende, uitééndraaien­de bewegingsvorm, anders gezegd: overweegt het "volumevergro­tende" bewegingsprincipe, dan komt het allereerst tot een gebrek aan proteïne, omdat in plaats van deze grondstof van het leven, organische gifstoffen ontstaan. Deze hebben de opgave, al datgene uit de ontwikkelingsgang uit te sorteren en af te breken, waarin als gevolg van het overwegen van de ontwik­ke­lings-schadelijke drukkrachtcomponent, electolytische af­braak­processen opgetreden zijn.

Omdat in de gehele wetenschappelijke beweging enkel en alleen sprake is van de centrifugale, voor de ontwikkeling schadelijke drukkracht, en daarmee een volume-vergrotende toename van warmtevormen, moest het in de gehele geciviliseer­de wereld in toenemende mate tot verschijnselen van verval komen. Een toenemende tendens, die gelijke tred houdt met de omvang en intensiteit van de wetenschappelijk-technische (hydraulische en dynamische, drukvergrotende) bewegings-invloeden.